ABV Jaar 2 - Periode 2 (winter): Groepsdynamiek
Feedback kun je zien
als een kado. Je kunt het aannemen, uitpakken en er je voordeel mee doen. Of je
neemt het kado aan, bedankt de gever en legt het vervolgens in een kast om er
nooit meer naar om te kijken. Je kunt feedback beter zien als een kans om iets
te leren. Hoe? Door goed te luisteren, toelichting te vragen en vervolgens te
bedenken wat je ermee gaat doen.
Feedback ontvangen is moeilijk
Waarom is feedback
lastig? Niet zelden word je boos of emotioneel als je wordt aangesproken op
je gedrag. Je ontkent bij hoog en laag of schiet in de verdediging. Het is
minstens net zo vervelend als feedback geven. |
In het omgaan met
feedback speelt onzekerheid vaak een rol. We interpreteren kritische
kanttekeningen als een aanval op onze persoon en voelen ons
afgewezen. Zijn we zélf degene die feedback uiten, dan voelen we ons minstens
zo onzeker. Ons streven naar harmonie gaat boven alles, van jongs af aan hebben
we geleerd anderen niet te kwetsen. Lastig dus om gevoelige onderwerpen aan te
snijden.
Wie feedback krijgt,
heeft de neiging in de verdediging te gaan. Dat is zinloos. Je hoeft je niet te
verdedigen want als de ander op een goede manier feedback geeft, uit hij zijn
gevoel met een ik-boodschap. Daar kun je niet over discussiëren, want jij kunt
niet beïnvloeden hoe degene die jou feedback geeft zich door jouw gedrag moet
voelen. Je kunt wél overwegen je gedrag te veranderen zodat jouw gedrag geen
negatieve emoties oproept. Maar, je mag altijd de ruimte vragen om weinig met
de feedback te doen. De ander probeert jou te beïnvloeden, en dat is zijn
goed recht. Het is jou recht om er niet in mee te gaan.
Regels voor het ontvangen van
feedback
Gelukkig is er een
recept voor het ontvangen van feedback. De belangrijkste voorwaarde is dat je
je open stelt voor feedback. Dat doe je door: 1.
Actief te luisteren 2.
Om toelichting te vragen 3.
Waardering te tonen 4.
Na te denken over de feedback 5.
Iets te doen! |
Wie feedback
ontvangt, is gebaat bij actief luisteren. Dat houdt in dat je verbaal én
non-verbaal laat zien dat je aandacht hebt voor wat je gesprekspartner te
zeggen heeft.
OEFENING: Noem een aantal voorbeelden op, die je kan toepassen om te
laten zien dat je aandacht hebt/actief luistert naar je gesprekspartner.(zie
ook les 2 -luisteren)
Is
je niet helemaal duidelijk wat de ander bedoelt, vraag dan om een toelichting.
Probeer de feedback te begrijpen. Vraag door naar wat de ander precies bedoelt.
Check of je de boodschap goed hebt begrepen door te luisteren, samen te vatten
en door te vragen.
Een
gouden regel is de ander te bedanken voor zijn informatie. Dat voelt
misschien wat vreemd, maar als je feedback ziet als een kans in plaats van als
een bedreiging is het zo gek nog niet: de ander geeft je immers informatie
waarmee jij je voordeel kunt doen.
Degene die feedback
ontvangt, beoordeelt zélf wat hij met de feedback gaat doen. Vind je de
opmerkingen terecht of onterecht? Herken je wat de ander zegt? Kun je er iets
mee? Wíl je iets aan je gedrag veranderen? Wat zijn de consequenties als je je
werkwijze aanpast, gaat het werk dan misschien langzamer?
Schiet in geen geval
in de verdediging.
Beter is het om te vragen wat de ander dan graag van je wil en waarom. Als je
beter begrijpt waarom het voor de ander belangrijk is kan je voor jezelf beter
beargumenteren of je er iets mee gaat doen.
Laat de feedbackgever
weten wat je met zijn commentaar doet. Als je besluit er niets mee te doen, zeg
je het ook.
Positieve feedback ontvangen
Gek genoeg vinden
veel mensen het ook moeilijk om 'normaal' om te gaan met positieve feedback;
complimenten dus. Een reactie waarbij iemand het compliment terzijde schuift
is vaak valse bescheidenheid, geen mooie eigenschap. Je kunt beter gewoon
uitkomen voor je sterke punten. Het is toch iets om trots op te zijn. Wees
dat dan ook, maar eerlijk. Dus, wat kun
je beter doen als je een compliment krijgt? Je volgt alle regels die ook
gelden voor negatieve feedback. Van complimenten kun je immers ook veel
leren. Zo laat je zien dat je de boodschap waardeert en erover wilt nadenken.
En, geef regelmatig een compliment terug. Relaties worden er sterker van. Je
gaat meer op elkaar vertrouwen als je weet waarom je elkaar waardeert. |
Voel je de emoties opkomen,
vraag dan een time-out om even bij te komen
Zet de zaak in perspectief:
wat is het ergste dat er nu kan gebeuren?
Blijf assertief, blijf
luisteren en ga je niet meteen verantwoorden
Richt je eerst op het
begrijpen van de boodschap. Je kunt daarna bedenken of je er iets mee
gaat doen
Zie het als een verzoek,
niet als een persoonlijke aanval of opdracht
Feedback geven
Feedback is een
boodschap over het gedrag of de prestaties van een ander. Feedback is
onmisbaar als je met anderen samenwerkt. Je moet zo nu en dan kunnen zeggen
dat het werk van de ander niet in orde is, of juist heel erg goed is. Je
stuurt elkaar bij door commentaar te geven. Wie feedback geeft, kan ook
feedback terug verwachten. Dat is soms onprettig, maar je leert ermee leven,
als iedereen zich aan de regels houdt. |
Je denkt bij feedback
meteen dat het om iets vervelends gaat, maar feedback geven is ook welgemeende
en gerichte complimenten
uitdelen. Mensen leren vaak veel meer van duidelijk commentaar op werk dat ze
goed hebben gedaan, dan van kritiek op fouten. Positieve feedback is heel
motiverend. Je kunt de ander vragen of je “in de toekomst nog meer van
hetzelfde gedrag mag zien”. Daarmee is feedback geven een goede techniek
om anderen te beïnvloeden.
Met goed geplaatste
feedback op het goede moment ruim je veel misverstanden uit de weg. Waarom is
het zo moeilijk om soepel om te gaan met feedback geven?
Wie feedback moet
geven is vaak onzeker. Je vraagt je af:
Heb
ik het wel goed gezien?
Is
het ‘normaal’ dat ik me hieraan erger?
En
wat stoort me nu precies?
Wat
vind ik nu verkeerd aan zijn werk?
Mág
ik hier wel iets van zeggen?
Waarom
wil ik er iets van zeggen?
Wat
wil ik daarmee bereiken?
Hoe
kan ik het zeggen zonder dat hij boos wordt?
Kunnen
we na het gesprek nog wel leuk samenwerken?
Dit zijn allemaal
vragen die jezelf inderdaad moet stellen voordat je feedback gaat geven. Goede
feedback vereist even tijd om na te denken.
Als je het antwoord
scherp hebt, probeer je de kritiek zó te brengen dat je gesprekspartner hem
begrijpt. Helder geformuleerd en neutraal, zonder beschuldigingen. Er is een
formule voor die je daarbij helpt. Hij bestaat uit maar liefst zeven
stappen. Als je deze volgt is het voor de ander makkelijker om rustig jouw
feedback te ontvangen.
Formule voor het geven van
feedback
1. Beschrijf
veranderbaar gedrag 2. Beschrijf
concreet en specifiek gedrag dat je zelf hebt gezien of gehoord 3. Gebruik een
ik-boodschap 4. Geef aan welk
effect dat gedrag op je heeft 5. Laat je
gesprekspartner reageren 6. Vraag om het
gewenste gedrag 7. Verken samen
oplossingen of achtergronden |
Je geeft altijd
feedback op iets wat iemand gedaan heeft en niet op hoe hij is.
Feedback waarin de
woorden ‘altijd’ of ‘overal’ of ‘nooit’ in voorkomen, slaat de plank mis.
De feedback moet
concreet en specifiek geformuleerd worden.
Een extra regel is
dat je het zélf gezien of gehoord moet hebben. Met feedback die je baseert op
geklets, of eerlijke vertrouwelijke informatie, van anderen maak je meer kapot
dan je lief is. Je beschadigt het vertrouwen van je bron. De andere kan het
ontkennen en wil meteen weten wie dat dan gezegd heeft.
Een ik-boodschap is:
“Ik kan me niet concentreren als ik je hard hoor praten”
Een jij-boodschap is:
“Jij praat te hard”
Een jij-boodschap
zegt: jij doet iets fout. Een ik-boodschap zegt: ik zou het graag anders zien.
Kunnen we het daar over hebben? Een ik-boodschap nodigt je gesprekspartner uit
om begrip op te brengen voor jouw kant van de zaak. Door een jij-boodschap
schiet de ander meteen in de verdediging, en gooit er in het ergste geval nog
een ‘jij-bak’ overheen: “Jij bent een overgevoelig watje!”
Laat je gevoel
spreken. Dat gaat al veel makkelijker als je een ik-boodschap geeft. Het gaat
er immers niet om wat die ander nu precies heeft gedaan of nagelaten, maar jij
hebt problemen met de gevolgen ervan. Je kunt dus prima zeggen welke gedachten
het gedrag van de ander bij jou oproept.
Geef de ander de
gelegenheid te reageren. Houd gewoon even je mond, hoe moeilijk dat ook kan
zijn in je opwinding. Vraag of de ander je heeft begrepen
Je wilt graag dat de
ander zijn gedrag verandert. Help hem daarbij door duidelijk te zeggen hoe je
het dan wilt.
Als je
gesprekspartner het met je eens is dat zijn gedrag moet veranderen, of dat hij
zijn werk moet herzien, kun je gaan praten over oorzaken en oplossingen. Neem
de tijd om te analyseren. Stel open vragen om te verkennen wat de oorzaken
zijn.
In deze fase komt het
erop aan actief te luisteren. Wat je gesprekspartner zegt biedt immers
aanknopingspunten om tot een oplossing te komen. Als je op deze manier
feedback geeft, moet het lukken de ander te overtuigen.
Wacht
tot je ergste woede of schrik gezakt is en ga dan pas een feedbackgesprek
beginnen.
Maar
wacht niet zo lang tot de ander is vergeten waar je het over hebt.
Loop
de bovenstaande vragen langs en schrijf de antwoorden op als voorbereiding
OEFENING: Behandel met het team de regels 4 en 5 van “het ontvangen van feedback”. Het gaat over
de feedback die je vorige week van de docenten hebt ontvangen. 4. Denk erover na
Degene die feedback
ontvangt, beoordeelt zélf wat hij met de feedback gaat doen. Vind je de
opmerkingen terecht of onterecht? Herken je wat de ander zegt? Kun je er iets
mee? Wat zijn de consequenties als je zaken aanpast, komen jullie dan in
tijdnood?? 5. Doe iets met de feedback
Laat
weten wat je met het commentaar doet. Als je besluit er niets mee te doen,
zeg je het ook en geef je aan waarom. |
Bron:
www.carrieretijger.nl